ICT EERSTE GRAAD
WINDOWS
HET BUREAUBLAD
Wanneer je computer is opgestart, kom je automatisch terecht op het bureaublad. Dit is het startscherm van je computer.
​
Op het bureaublad vind je:
​
Pictogrammen = als je hierop klikt opent er een programma of document.
Windowsknop = hiermee open je een menu waarmee je programma's kan starten.
Taakbalk = in deze balk vind je de geopende programma's terug.
DE TAAKBALK
Onderaan het beeldscherm zie je de taakbalk. Deze balk verleent je snel toegang tot toepassingen en geopende bestanden. De pictogrammen links op de balk geven weer welke programma's meteen toegankelijk zijn.
Door op het pictogram te klikken, wordt het programma geopend.
​
Als je de muisaanwijzer boven een pictogram laat rusten, krijg je meteen te zien welke bestanden er in dat programma momenteel geopend zijn.
Rechts van de taakbalk zie je onder andere de datum en het uur. Als je helemaal rechts klikt dan wordt het bureaublad weergegeven.
VENSTERS
Windows is het Engelse woord voor vensters. Het programma bestaat namelijk uit vensters, elke toepassing die je start opent in een venster. Je kunt meerdere vensters tegelijk openen. Via de taakbalk kun je wisselen tussen de verschillende vensters.
Elk programma (vb. Word, Google Chrome, …) wordt eveneens geopend in een venster.
KNOPPEN
In de rechterbovenhoek van elk venster zie je 3 knoppen:
venster tijdelijk opbergen in de taakbalk (minimaliseren)
het venster wordt weergegeven op het volledige beeldscherm (maximaliseren)
venster sluiten
FORMAAT VAN VENSTERS
Je kunt het formaat van een venster aanpassen door met je muis de randen te verslepen. Wanneer je met je muis de vensterhoek versleept (onderaan rechts), verandert het ganse formaat van het venster.
