top of page
RANDAPPARATUUR
Invoerapparatuur
INVOERAPPARATUUR

Dit zijn alle apparaten waarmee je gegevens in alle soorten vormen kan ingeven in de computer.

Muis

MUIS

Als je al met de computer hebt gewerkt ken je ongetwijfeld de volgende muistechnieken:

​

  • klikken (met linkermuisknop)

  • dubbelklikken

  • rechts klikken (snelmenu openen)

  • slepen

Toetsenbord

TOETSENBORD

Met het toetsenbord kan je letters, cijfers en andere tekens invoegen. Maar je gebruikt het ook om commando's te geven.

1  Return (enter)

Naar de volgende alinea (regel)

2  Backspace

Het teken links van de cursor wissen.

3  Tab

De cursor naar de volgende tabstop verplaatsen. Handig bij het invullen van formulieren.

4  Shift

Hou deze toets ingedrukt om een hoofdletter of het tweede teken op de toets te typen.

5  Shift (caps) lock

Meerdere hoofdletters na elkaar typen.

6  Ctrl

Deze toets gebruik je in combinatie met een andere toets. Met Ctrl + A selecteer je bijvoorbeeld alles. 

7  Alt

Deze toets gebruik je in combinatie met een andere toets.

Met Alt + Tab wissel je bijvoorbeeld van venster.

8  Alt gr

Hou deze toets ingedrukt om het derde teken op een toets te typen.

9  Delete

Het teken rechts van de cursor wissen of wat geselecteerd is. Je gebruikt deze toets ook om bijvoorbeeld een map te verwijderen.

10  Num lock

Hiermee maak je het numerieke klavier actief.

Scanner

SCANNER

Met een scanner kan je afbeeldingen en tekst die op papier staan, digitaal omzetten zodat deze bewaard kunnen worden op de computer.

Microfoon

MICROFOON

Met een microfoon kan je geluid omzetten in een digitaal signaal dat opgeslagen kan worden op de computer.

Camera

CAMERA

Met een camera kan je foto's invoegen op je computer. Ook met je smartphone kan je foto's invoegen.

Uitvoerapparatuur
UITVOERAPPARATUUR

Dit zijn alle apparaten waarmee je informatie uit je computer kan halen.

Beeldscherm

BEELDSCHERM

Zonder beeldscherm zou je niet met een computer kunnen werken, want je ziet immers niet wat je aan het doen bent.

​

De grootte van het beeldscherm wordt uitgedrukt in inch en wordt diagonaal gemeten.

Daarnaast is ook de beeldresolutie belangrijk. De resolutie of het aantal beeldpunten (resolutie) per inch bepaald de beeldscherpte. Hoe meer pixels, hoe scherper het beeld.

Printer

PRINTER

De printer zorgt ervoor dat de gegevens, bewaard op je computer kunnen afgedrukt worden op papier. Er zijn verschillende soorten printers. De meest gebruikte zijn inktjet- en laserprinters.

Geluidsboxen

GELUIDSBOXEN

Via de geluidsboxen kan geluid, opgeslagen op je computer uitgevoerd worden.

Beamer

BEAMER

In de meeste klaslokalen kan je een beamer vinden. Via dit apparaat wordt het beeld van je computer geprojecteerd op de muur of op een scherm.

Opslagmedia
OPSLAGMEDIA

Dit zijn alle apparaten waarop je informatie bewaard.

Bits en bytes

BITS AND BYTES

Een computer spreekt niet dezelfde taal als wij. Een pc werkt op elektriciteit en kent alleen elektrische schakelingen die ofwel aan of uit staan.

​

Je kan het ook anders bekijken: als de stroom aan staat kan je dit vergelijken met een 1, staat de stroom uit dan kan je dit vergelijken met een 0. De taal van een computer is dus opgebouwd uit eenen en nullen. Elke 0 of 1 wordt een bit genoemd.

Om letters, cijfers, en andere tekens te vormen heeft een computer een groep van 8 bits nodig. Zo een groep van 8 bits noemt men een byte.

​

De meeste computersystemen gebruiken voor het voorstellen van lettertekens dezelfde code: de ASCII-code (American Standard Code for Information). In deze code is aan elk teken een overeenstemmende byte toegewezen.

​

Bijvoorbeeld de letter ‘a’ heeft als vaste code 0110 0001

Geheugencapaciteit

GEHEUGENCAPACITEIT

Harde schijf

HARDE SCHIJF

De harde schijf zit veilig in de computer opgeborgen. Deze gegevensdrager heeft een grote capaciteit: van 16 GB tot 2 TB (en meer).

 

Er bestaan ook externe harde schijven die je via een kabel met de systeemeenheid verbindt. Ze worden meestal gebruikt als back-up.

USB-stick

USB GEHEUGENSTICK

Een USB-stick (memorystick) is een klein geheugenplaatje met een USB-stekker.

USB-sticks hebben een opslagcapaciteit van 8 tot 256 GB.

Geheugenkaart

GEHEUGENKAART

Geheugenkaarten worden gebruikt in camera’s, gsm’s, gps’n, MP3-spelers en andere draagbare media. Sommige computers of laptops hebben een kaartlezer waarmee de gegevens van de geheugenkaart gelezen kunnen worden.


Geheugenkaartjes hebben op dit moment een capaciteit van 2 tot 256 GB.

bottom of page